Lekstroom is iets dat we in ons dagelijks leven tegenkomen. Het is een van de belangrijkste redenen waarom we heel voorzichtig moeten zijn met de apparaten die we gebruiken om onze stroomvoorziening om te zetten. Een lekstroom in een omvormer voor zonne-energie is een apparaat dat daadwerkelijk meet hoeveel stroom er in of uit het apparaat gaat. Deze stroom wordt gemeten in ampère en als de ampère te hoog is, heb je waarschijnlijk een probleem met de stroomonderbreker. Het is niet aan te raden om lekstroom in een omvormer voor zonne-energie te gebruiken, omdat deze gemakkelijk tot een stroomonderbreker kan leiden.
Een van de belangrijkste redenen waarom dit apparaat wordt gebruikt om de stroom te meten, is omdat ze de kleinste lekken beter kunnen detecteren. De kleinere zijn degenen die u kunt verwachten wanneer het zonlicht het paneel niet volledig bedekt. Deze kleine veroorzaken de kortsluitingen in de omvormer voor zonne-energie. Dit maakt het erg belangrijk dat u een zeer goed begrip heeft van de lekstroom in zonne-omvormers voordat u er een voor uw huis aanschaft.
Er zijn twee soorten lekstroom in zonne-omvormers waaruit u kunt kiezen. Er zijn het fysieke en het elektronische type. Voor de elektronische versie zijn er relaisgebaseerde apparaten die op een kleine hoeveelheid stroom werken telkens wanneer de sensor een fluctuatie detecteert. U vindt dit type in de meeste apparaten die gebruikmaken van fotovoltaïsche cellen. Voor het fysieke systeem vind je alleen een kleine unit die op gelijkstroom werkt.
Er is een ander type lekstroom in een zonne-omvormer, namelijk het schakeltype. Dit wordt ook wel een pulsomvormer genoemd. Dit is het meest voorkomende type apparaat dat veel mensen gebruiken om de stroom om te zetten in wisselstroom (AC). De pulsomvormer heeft twee onafhankelijke circuits. Eén circuit wordt gebruikt om de wisselstroom van de zonnepanelen naar het normale stopcontact te schakelen. Het andere pulsomvormerapparaat wordt gebruikt om de wisselstroom naar de batterij te sturen.
Dit betekent dat het pulsomvormerapparaat altijd aan moet staan terwijl uw zonnestelsel in werking is. Dit zorgt ervoor dat uw apparaat in een constante stroom werkt. Als de hoofdstroom uitvalt, werkt het apparaat echter niet en moet u de hele omvormer voor zonne-energie vervangen. Er is nog een ander probleem dat kan optreden als de schakelstroom niet is ingeschakeld terwijl de omvormer voor zonne-energie werkt. Dit staat bekend als het "afvuren" effect en veroorzaakt veel schade aan het apparaat.
Een manier om dit probleem op te lossen, is door een back-upbatterij te gebruiken. Dit betekent dat u uw back-upbatterijen moet bewaren voor het geval de primaire batterijen leeg raken. In de meeste systemen is de primaire batterij ontworpen om het laadniveau van de hoofdbatterij te bewaken. Als de primaire is beschadigd door te veel lekstroom, dan begint de standby-batterij automatisch te werken. Op deze manier kunt u heel eenvoudig de Lekstroom van uw omvormer voor zonne-energie verminderen.
U kunt de lekstroom ook regelen door de hoofdwisselstroom handmatig uit te schakelen voordat deze het vereiste niveau bereikt. In dit geval riskeert u echter ook een kortsluiting. Om deze reden worden de automatiseringssystemen geleverd met een functie genaamd "Automatisch aan" en "Handmatig uit". Deze functie bewaakt de primaire spanning en schakelt de omvormer automatisch uit wanneer het gewenste niveau is bereikt. Het enige probleem met dit systeem is dat de omvormer soms opnieuw moet worden opgestart om het zonnepaneel in werking te laten treden.
De andere optie is om een apparaat voor automatisch herstarten aan te schaffen. Deze apparaten zijn meestal klein en eenvoudig te installeren. Ze kunnen eenvoudig worden aangesloten op de hoofdstroomingang van het huis. Ze voelen het spanningsverschil tussen de primaire en secundaire bronnen. Wanneer het verschil wordt gedetecteerd, schakelen ze de omvormer automatisch uit. Deze methode heeft echter een nadeel omdat deze de overbelastingstoestand alleen kan detecteren voordat het systeem volledig wordt uitgeschakeld, waardoor het risico op overbelasting nog steeds bestaat.33